Onlangs ontmoette ik iemand op mijn werk als competentietester een man die vertelde dat hij beelddenker is. Ik vroeg: "u bent goed in visualiseren?" Zijn antwoord was ja, zijn mimiek was lichtelijke geirriteerd. Dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid.
Ik ben op Google gaan zoeken en vond het onderstaande.
Nu denk ik:
"BEN IK BEELDDENKER?
Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen. Het kan worden omschreven als ruimtelijk denken. Beelddenkers ordenen hun 'wereld' met niet-talige middelen. Zij zien beelden van situaties en handelingen, waarin meerdere zaken naast elkaar zichtbaar worden, op elkaar inwerken en een betekenisvol geheel vormen. Het is een dynamisch en woordloos denken, een manipuleren met ruimtelijke voorstellingen.
Nu is het zo dat wij allemaal in meer of mindere mate in beelden denken. Echter bij een klein aantal mensen is sprake van dominant beelddenken. Deze manier van denken heeft zowel voor- als nadelen. Een voordeel is dat beelddenkers complexe situaties in een oogopslag overzien. Het is een hele vlugge manier van denken. Een nadeel is dat ze, datgene wat ze overzien, niet altijd even vlug en makkelijk in taal of in getallen kunnen omzetten. Daardoor zijn ze soms moeilijk te volgen voor anderen.
Beelddenken is non verbaal denken, instinctief denken, voelen dat een oplossing daar en daar ligt. De capaciteit dat wat je uit wilt drukken kunt visualiseren, als een schilderij of een beeldhouwwerk, maar ook als een heel orkest dat je kunt horen spelen. Mozart en Van Beethoven hoorden de muziek in hun hoofd en zagen het orkest spelen en schreven dat op. Het is oplossingen zien, niet al redenerend tot een besluit komen. Een beelddenker ziet een oplossing en zal dan achteruitwerkend proberen te vertellen waarom zijn oplossing goed is.
'Verbeelding is erger dan de derdedaagse koorts', luidt een oud spreekwoord. Met visualiseren kun je zelfs het genezingsproces bevorderen door jezelf gezond en jong te zien. Maar je kunt jezelf ook aan een psychose helpen. Het is het vermogen dingen en situaties te zien alsof ze werkelijkheid zijn. Iedereen heeft deze capaciteit alleen niet iedereen gebruikt hem. En slechts weinigen, maar misschien toch meer dan we denken, kunstenaars, artsen, architecten, ingenieurs, etc., gebruiken deze capaciteit om hun beroep beter te kunnen uitoefenen.
Iedereen heeft een mate van beelddenken in zich, want tot ons vierde jaar denken we allemaal in beelden, maar daarna gaan we - langzaam of juist snel, niemand weet het precies - over tot woorddenken. Ons onderwijssysteem is gebaseerd op dit woorddenken.
Visualiseren
Een extreme beelddenker kan dingen en situaties visualiseren, als een realiteit zien, terwijl een woorddenker dat juist helemaal niet kan zien. Visualiseren is: dat je iets als werkelijkheid kunt zien en zelfs soms kunt horen en/of voelen. Beethoven was al doof toen hij nog prachtige concerten schreef. Op deze manier kan iemand ontdekkingen doen door bijvoorbeeld een machine te visualiseren : de machine laten werken, bouten toevoegen of verwijderen en kijken of het ding dan beter werkt of niet. De machine bestaat alleen in gedachten. Maar de beelddenker ziet het als werkelijkheid.
Als men in een bestuur praat over een ontwikkeling en er zit een beelddenker bij, dan gaat de beelddenker visualiseren en beoordeelt hij aan de hand van gevisualiseerde situaties of bijvoorbeeld een bepaalde regeling effect kan sorteren. Ondertussen nemen de andere bestuursleden (woorddenkers) net het besluit dat het een geweldig idee is om de regeling te gaan uitvoeren. De beelddenker is dan juist tot de conclusie gekomen dat de regeling een fiasco zal worden. Hij wordt dan als stoorzender gezien en zeker als hij niet behoorlijk uitlegt hoe hij aan zijn besluit kwam. Aan de beelddenker dan de taak om zijn visie onder woorden te brengen, want hij weet niet dat hij in beelden denkt en zo tot een besluit komt, terwijl zijn collega's voor datzelfde doel in woorden denken.
Verschillende beelddenkers
Sommige beelddenkers zijn verbaal geweldig begaafd en weten te beschrijven wat ze zien, maar kunnen het dan soms niet op papier zetten, want dan moeten ze analyseren. Anderen produceren juist prachtige rapporten, terwijl hun verbale kwaliteiten hen in de steek laten. Ook zijn er die op beide terreinen thuis zijn.
Mensen als Mozart en Beethoven hoorden hun creaties in hun hoofd en konden het dan zo opschrijven. Beethoven zelfs toen hij doof werd en zijn uiteindelijke creatie niet kon beoordelen op zijn oorspronkelijke bedoeling. Mensen als zij konden het hele proces visualiseren en het ook horen spelen. Maar mensen als Nel Ojemann - beelddenker en onderzoekster van beelddenken - en Ronald Davis - de schrijver van 'De gave van dyslexie' - horen geen muziek, maar slechts een heleboel kabaal. Zij moeten leren wat muziek is. Kortom, de variaties van beelddenken zijn enorm.
Geaardheid
Een beelddenker is niet communicatief gericht. Ze hebben dingen van binnen al zo levendig beleefd, dat de noodzaak erover te praten 'vergeten' wordt. Ook blokkeren ze op een lang verhaal (vooral als dat een terechtwijzing is). Vraag dan: "Wat zei ik?" om ze weer 'terug' te krijgen.
Vaak hebben ze een neiging tot faalangst en onzekerheid. Hierbij hoort ook een 'dom' voelen ondanks duidelijk aanwezige capaciteiten.
Toeschouwersgedrag. (Ze kunnen het stilzwijgend, maar merkbaar met de leiding eens ijn.) Het toeschouwersgedrag kan echter ook leiden tot eenzaamheid.
Een beelddenker voelt zich snel emotioneel bedreigd en heeft makkelijk een schuldgevoel bij falen.
Een beelddenker is vaak wat moeilijk te disciplineren. Ze weten vaak regels te ontduiken, zonder dat daar strijd over geleverd wordt. Vandaar dat het vaak nuttig is om veel structuur te bieden, thuis en op school. Ook het spelen van spelletjes als stratego, scrabble en schaken werkt ondersteunend, mits men consequent de regels handhaaft.
Ik ben op Google gaan zoeken en vond het onderstaande.
Nu denk ik:
"BEN IK BEELDDENKER?
Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen. Het kan worden omschreven als ruimtelijk denken. Beelddenkers ordenen hun 'wereld' met niet-talige middelen. Zij zien beelden van situaties en handelingen, waarin meerdere zaken naast elkaar zichtbaar worden, op elkaar inwerken en een betekenisvol geheel vormen. Het is een dynamisch en woordloos denken, een manipuleren met ruimtelijke voorstellingen.
Nu is het zo dat wij allemaal in meer of mindere mate in beelden denken. Echter bij een klein aantal mensen is sprake van dominant beelddenken. Deze manier van denken heeft zowel voor- als nadelen. Een voordeel is dat beelddenkers complexe situaties in een oogopslag overzien. Het is een hele vlugge manier van denken. Een nadeel is dat ze, datgene wat ze overzien, niet altijd even vlug en makkelijk in taal of in getallen kunnen omzetten. Daardoor zijn ze soms moeilijk te volgen voor anderen.
Beelddenken is non verbaal denken, instinctief denken, voelen dat een oplossing daar en daar ligt. De capaciteit dat wat je uit wilt drukken kunt visualiseren, als een schilderij of een beeldhouwwerk, maar ook als een heel orkest dat je kunt horen spelen. Mozart en Van Beethoven hoorden de muziek in hun hoofd en zagen het orkest spelen en schreven dat op. Het is oplossingen zien, niet al redenerend tot een besluit komen. Een beelddenker ziet een oplossing en zal dan achteruitwerkend proberen te vertellen waarom zijn oplossing goed is.
'Verbeelding is erger dan de derdedaagse koorts', luidt een oud spreekwoord. Met visualiseren kun je zelfs het genezingsproces bevorderen door jezelf gezond en jong te zien. Maar je kunt jezelf ook aan een psychose helpen. Het is het vermogen dingen en situaties te zien alsof ze werkelijkheid zijn. Iedereen heeft deze capaciteit alleen niet iedereen gebruikt hem. En slechts weinigen, maar misschien toch meer dan we denken, kunstenaars, artsen, architecten, ingenieurs, etc., gebruiken deze capaciteit om hun beroep beter te kunnen uitoefenen.
Iedereen heeft een mate van beelddenken in zich, want tot ons vierde jaar denken we allemaal in beelden, maar daarna gaan we - langzaam of juist snel, niemand weet het precies - over tot woorddenken. Ons onderwijssysteem is gebaseerd op dit woorddenken.
Visualiseren
Een extreme beelddenker kan dingen en situaties visualiseren, als een realiteit zien, terwijl een woorddenker dat juist helemaal niet kan zien. Visualiseren is: dat je iets als werkelijkheid kunt zien en zelfs soms kunt horen en/of voelen. Beethoven was al doof toen hij nog prachtige concerten schreef. Op deze manier kan iemand ontdekkingen doen door bijvoorbeeld een machine te visualiseren : de machine laten werken, bouten toevoegen of verwijderen en kijken of het ding dan beter werkt of niet. De machine bestaat alleen in gedachten. Maar de beelddenker ziet het als werkelijkheid.
Als men in een bestuur praat over een ontwikkeling en er zit een beelddenker bij, dan gaat de beelddenker visualiseren en beoordeelt hij aan de hand van gevisualiseerde situaties of bijvoorbeeld een bepaalde regeling effect kan sorteren. Ondertussen nemen de andere bestuursleden (woorddenkers) net het besluit dat het een geweldig idee is om de regeling te gaan uitvoeren. De beelddenker is dan juist tot de conclusie gekomen dat de regeling een fiasco zal worden. Hij wordt dan als stoorzender gezien en zeker als hij niet behoorlijk uitlegt hoe hij aan zijn besluit kwam. Aan de beelddenker dan de taak om zijn visie onder woorden te brengen, want hij weet niet dat hij in beelden denkt en zo tot een besluit komt, terwijl zijn collega's voor datzelfde doel in woorden denken.
Verschillende beelddenkers
Sommige beelddenkers zijn verbaal geweldig begaafd en weten te beschrijven wat ze zien, maar kunnen het dan soms niet op papier zetten, want dan moeten ze analyseren. Anderen produceren juist prachtige rapporten, terwijl hun verbale kwaliteiten hen in de steek laten. Ook zijn er die op beide terreinen thuis zijn.
Mensen als Mozart en Beethoven hoorden hun creaties in hun hoofd en konden het dan zo opschrijven. Beethoven zelfs toen hij doof werd en zijn uiteindelijke creatie niet kon beoordelen op zijn oorspronkelijke bedoeling. Mensen als zij konden het hele proces visualiseren en het ook horen spelen. Maar mensen als Nel Ojemann - beelddenker en onderzoekster van beelddenken - en Ronald Davis - de schrijver van 'De gave van dyslexie' - horen geen muziek, maar slechts een heleboel kabaal. Zij moeten leren wat muziek is. Kortom, de variaties van beelddenken zijn enorm.
Geaardheid
Een beelddenker is niet communicatief gericht. Ze hebben dingen van binnen al zo levendig beleefd, dat de noodzaak erover te praten 'vergeten' wordt. Ook blokkeren ze op een lang verhaal (vooral als dat een terechtwijzing is). Vraag dan: "Wat zei ik?" om ze weer 'terug' te krijgen.
Vaak hebben ze een neiging tot faalangst en onzekerheid. Hierbij hoort ook een 'dom' voelen ondanks duidelijk aanwezige capaciteiten.
Toeschouwersgedrag. (Ze kunnen het stilzwijgend, maar merkbaar met de leiding eens ijn.) Het toeschouwersgedrag kan echter ook leiden tot eenzaamheid.
Een beelddenker voelt zich snel emotioneel bedreigd en heeft makkelijk een schuldgevoel bij falen.
Een beelddenker is vaak wat moeilijk te disciplineren. Ze weten vaak regels te ontduiken, zonder dat daar strijd over geleverd wordt. Vandaar dat het vaak nuttig is om veel structuur te bieden, thuis en op school. Ook het spelen van spelletjes als stratego, scrabble en schaken werkt ondersteunend, mits men consequent de regels handhaaft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten